Dag van de Invasieve exoten
Aanleiding
De 22e mei is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot de jaarlijkse “Dag van de Biodiversiteit”. Elk jaar heeft de dag een speciaal thema.
Voor 2009 is het thema: Invasieve exoten (zie
www.cbd.int/ibd/2009/.
Een geschikt moment om daar ook in Nederland de schijnwerpers op te richten.
Invasieve exoten zijn exotische organismen die door menselijk toedoen vanuit andere delen van de wereld in een nieuw gebied terecht komen en daar schade aanrichten. Dat probleem doet zich ook in Nederland voor.
Het is van belang dat de problematiek van de invasieve exoten in Nederland meer bekendheid krijgt en snel en effectief wordt aangepakt. Dit om te voorkomen dat steeds meer onomkeerbare schade optreedt aan natuur, milieu, waterbeheer, volksgezondheid, welzijn, economie en andere belangen.
Invasieve exoten
Invasieve exoten kunnen hun nieuwe gebied op verschillende manieren bereiken. De ene soort lift bijvoorbeeld mee met importproducten. De andere met het ballastwater van schepen. Weer andere exoten worden bijvoorbeeld als huisdier of tuinplant ingevoerd en ontsnappen of worden in de natuur uitgezet.
Invasieve exoten kunnen een bedreiging opleveren voor de biodiversiteit en inheemse soorten. Andere zijn schadelijk voor gezondheid, welzijn, milieu, landbouw, waterbeheer of economie. Vaak zijn de effecten blijvend en onomkeerbaar, omdat de soorten na vestiging en verspreiding meestal niet meer uit hun nieuwe leefgebied te verwijderen zijn, en zich van daaruit zelfs nog verder gaan verspreiden.
Een bekend voorbeeld is de muskusrat, die ondanks de continue bestrijding die jaarlijks tientallen miljoenen euro’s kost, nooit meer uit Nederland zal verdwijnen.
Nederland: kwetsbaar en internationale verantwoordelijkheid
De frequentie waarin invasieve exoten in Nederland terechtkomen is hoog en wordt steeds hoger. Dit komt onder meer doordat in Nederland belangrijke knooppunten van internationale vervoersstromen van goederen, planten en dieren aanwezig zijn. Voorbeelden zijn de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol en de bloemenveiling van Aalsmeer. Bovendien is er sprake van een aanzienlijke groei in de transportstromen. Dit brengt met zich mee dat ook het aantal aangetroffen exoten, inclusief invasieve exoten stijgt. Ze zijn met name afkomstig uit Azië en Amerika. Recente voorbeelden zijn de tijgermug, de Aziatische boktor en de grote waternavel. Door de klimaatverandering stijgt bovendien de kans dat ingevoerde soorten zich hier kunnen vestigen.
Daarnaast is er sprake van een instroom van invasieve exoten via de wateraanvoer van verschillende internationale rivieren zoals de Rijn, Maas en Schelde. De opening in 1992 van het kanaal tussen de Rijn en Donau heeft geleid tot een forse stijging in het aantal invasies van zoetwaterorganismen, zoals de Kaspische slijkgarnaal.
Nederland is niet alleen “lijdend voorwerp” bij de invoer van invasieve exoten, maar heeft als distributieland ook een extra zware verantwoordelijkheid om te voorkomen dat andere landen worden geconfronteerd met invasieve exoten die hier vandaan komen.
Onbekendheid bij het publiek
Ondanks de hoge kwetsbaarheid van Nederland voor invasieve exoten is hierover bij het publiek weinig bekend. Bij veel mensen bestaat juist een positief beeld bij de introductie van exotische dier- en plantensoorten, omdat ze het zien als een verrijking van de natuur. Recent voorbeeld is het uitzetten van Japanse eekhoorns in Amersfoort.
Bijna niemand beseft dat in Nederland nu al vele honderden invasieve exoten voorkomen, dat er jaarlijks vele soorten bedoeld of onbedoeld worden geďntroduceerd en dat veel van die soorten negatieve effecten hebben op onder meer de inheemse flora en fauna. Communicatie is nodig om het publiek meer inzicht te geven in de risico’s. Tevens zou het publiek moeten worden gestimuleerd om zelf iets aan het probleem te doen, bijvoorbeeld door geen exoten mee te nemen uit het buitenland, laat staan in de natuur los te laten.
Tekortschietend beleid en weinig aandacht van de politiek
Het Nederlandse beleid inzake invasieve exoten is van oudsher gericht op soorten waarvan is vastgesteld dat die schadelijke effecten opleveren voor de land- en tuinbouw en de veehouderij. Voorbeelden zijn de Coloradokever en het vogelgriepvirus. Bij het aantreffen van deze soorten wordt doorgaans snel en effectief opgetreden, bijvoorbeeld door quarantainemaatregelen te eisen. Ook bij export van landbouwproducten is Nederland streng, uit vrees dat andere landen hun grenzen voor die producten sluiten.
Anders is het bij veel andere soorten, die bijvoorbeeld schadelijk kunnen zijn voor de natuur, het waterbeheer, de energievoorziening of de volksgezondheid.
Bij preventie en bestrijding van soorten die een bedreiging vormen voor de natuur was een belangrijke rol toegedacht aan het
Coördinerend Orgaan Invasieve Exoten (COIE). Dit orgaan komt er echter niet, omdat het beleid van de regering is om het aantal adviesraden te beperken. In plaats een onafhankelijk, deskundig en gezaghebbend adviesorgaan drie ambtenaren bij de Plantenziektenkundige Dienst zich buigen over de risico’s van specifieke invasieve exoten voor de natuur.
Voor wat betreft het waterbeheer is tot nu toe slechts van één soort de handel verboden: de grote waternavel. Er zijn zelfs schadelijke invasieve exoten (zoals de Chinese wolhandkrab en de Japanse oester) die op grond van de Nederlandse regelgeving vrijelijk in het water mogen worden uitgezet, terwijl er bovendien beperkingen gelden voor de vangst ervan. Een effectieve preventie en bestrijding van deze soorten is op basis van deze regelgeving onmogelijk.
Invasieve mierensoorten zoals de rode vuurmier zijn dol op elektrische velden en kunnen zo kortsluiting veroorzaken in de electriciteitsvoorziening en in schakelkasten voor bijvoorbeeld verkeerslichten. De Nederlandse overheid doet niets aan preventie en bestrijding van deze mieren.
Ook het beleid voor een aantal gezondheidsbedreigende invasieve exoten (zoals de tijgermug en ambrosia) schiet op een aantal belangrijke punten tekort. Soms wordt er zelfs helemaal niets gedaan om vestiging en verspreiding te voorkomen, zoals bij de rode vuurmier.
Kortom, hoewel invasieve exoten belangrijke schade kunnen opleveren voor de natuur, het waterbeheer, de energievoorziening en de gezondheid (en daarmee dus ook voor de economie) staan ze veel te laag op de politieke agenda.
Lancering website
Om het publiek te informeren over allerlei aspecten van invasieve exoten wordt op 22 mei de website
www.invasieve-exoten.nl gelanceerd.
De website bevat niet alleen informatie over de schade die diverse invasieve exoten opleveren voor zaken zoals natuur, biodiversiteit, milieu, gezondheid, welzijn, waterbeheer en energievoorziening, maar ook over wat de overheid al dan niet doet aan preventie (van invoer) en bestrijding (van gevestigde populaties).
Invasieve exoten vormen een van de grootste bedreigingen voor de biodiversiteit. Toch weigeren de Nederlandse natuur- en milieuorganisaties zoals WNF, Greenpeace, stichting Natuur en Milieu, en Milieudefensie om iets aan het onderwerp te doen.
Daarom is het initiatief genomen voor het Platform "Stop Invasieve exoten".
Personen en organisaties, die van mening zijn dat de overheid meer zou moeten doen aan de preventie en bestrijding van schadelijke invasieve exoten, kunnen zich hierbij aansluiten.
Meer informatie is te vinden op
www.invasieve-exoten.nl. Het Platform kan dan de belangen van de aangesloten personen en organisaties behartigen in overleg met de overheid en - waar nodig - bij het voeren van juridische procedures.
Lezing en excursie over invasieve exoten
Op vrijdag 22 mei is er om 13.30 uur een lezing en excursie over invasieve exoten. Dit vindt plaats op tuinpark Amstelglorie, Jan Vroegopsingel 7 te Amsterdam (vlakbij de Utrechtse brug).
Daarbij wordt onder meer ingegaan op de soorten die in Nederland voorkomen, welke schade ze (kunnen) veroorzaken, wat de overheid er al dan niet aan doet, wat ze eraan zou kunnen doen, en hoe we als burgers kunnen bijdragen aan de oplossing van de problematiek. U bent van harte welkom!
Teldag invasieve exoten
Door de werkgroep Exoten van de WEW en de NECOV is in samenwerking met een aantal organisaties een teldag georganiseerd. Meer informatie is te vinden op
www.exotentellen.nl.
De inititiefnemer voor de website
www.invasieve-exoten.nl, de oprichting van het Platform Stop Invasieve exoten en de lezing-met-excursie op 22 mei is Wilfred Reinhold. Hij is werkzaam als milieu-jurist, maar houdt zich sinds medio 2006 in zijn vrije tijd (en pro deo) bezig met onderzoek naar het beleid van de Nederlandse overheid inzake invasieve exoten.
Aanvankelijk was zijn aandacht vooral gericht op de tijgermug, maar gaandeweg bemerkte hijdat ook bij het overheidsbeleid inzake de hooikoortsplant ambrosia en de zeer schadelijke rode vuurmier kanttekeningen kunnen worden geplaatst.
Samen met Wouter van der Weijden (directeur van Stichting CLM en hoofdauteur van het boek Biological globalisation) heeft hij onder meer door het benaderen van de media en het parlement aandacht voor de met name de tijgermuggen-problematiek gevraagd teneinde het overheidsbeleid bij te sturen.
Omdat hij constateerde dat de overheid uit eigen beweging niet of nauwelijks informatie aan het publiek bekend maakte, nam hij het initiatief genomen de beschikbare informatie zelf bekend te maken via zijn website www.tijgermug.info.
Op basis van zijn contacten met mensen die in hun werk regelmatig met invasieve exoten van doen hebben, merkte hij dat het overheidsbeleid ook bij andere soorten dan die hij onderzocht had tekortkomingen vertoont. Het feit dat 22 mei 2009 is uitgeroepen tot Dag van de Invasieve exoten leek hem een goede gelegenheid om aandacht voor het onderwerp te vragen.